Koffieplantages, de strijd tegen ontbossing en de Europese Unie

Europese zorgplichtwet

Op 25 juli 2024 trad, in het kader van de Europese Green Deal, de Europese zorgplichtwet (de zogenaamde due diligence wetgeving) in werking. Deze wet verplicht grote en middelgrote ondernemingen in de Europese Unie om voorzorgsmaatregelen te nemen tegen mensenrechtenschendingen, sociale wantoestanden en milieuschade in hun internationale toeleveringsketens.

Op beleidsniveau is dit baanbrekend.

EU Deforestation Regulation

Vanaf 30 december 2024 treedt de European Union Deforestation Regulation (EUDR), een belangrijke component van de zorgplichtwet, in werking. Dit houdt in dat elk bedrijf op Europees grondgebied dat palmolie, veeteelt, soja, hout, rubber, cacao of koffie aankoopt en/of verwerkt zal moeten kunnen aantonen dat het product niet heeft bijgedragen aan ontbossing in de landen van herkomst. Het is een belangrijke stap vooruit in de strijd tegen de ecologische crisis, aangezien volgens grondig wetenschappelijk onderzoek deze zeven grondstoffen voor Europese productie en consumptie het meest bijdragen aan wereldwijde ontbossing. De uitbreiding van de landbouw (de zgn. land use change) is hiervan de grootste oorzaak.

Bron: Pixabay
Bron: Pixabay


Wat betekent dit voor koffieboeren?

Voor de koffiesector en de boeren zelf zijn de gevolgen van de EUDR erg groot. Ongeveer 75% procent van alle koffie wereldwijd wordt geproduceerd door kleinschalige boerderijen van minder dan vijf hectaren. De administratieve last en bijhorende financiële kost die gepaard gaat met de naleving van de EUDR-wetgeving is voor hen dan ook zwaar. Honduras bijvoorbeeld, waar koffie de grootste exportsector is alsook de grootste tewerksteller in de landbouw, hangt voor haar verkoop voor 65% af van de Europese markt. Voor Peru en Brazilië is dat 50%.

Onder andere via geolocalisatie en geografische informatiesystemen moeten boeren kunnen aantonen dat hun plantages in de afgelopen vijf jaar niet hebben bijgedragen aan ontbossing. Maar volgens de verantwoordelijke van Rikolto voor Latijns-Amerika, Napoleón Molina, werd in de uitwerking van de EUDR weinig rekening gehouden met de concrete materiële realiteit van de boeren on the ground. Ook in Indonesië staan de boeren met de handen in het haar: 99% van de koffie is er afkomstig van kleine plantages met weinig financiële middelen.


Koffie wordt gedroogd in Honduras


Verhoging transparantie, maar ook financiële en administratieve druk

Telkens wanneer een in de EU gevestigd bedrijf een van de relevante producten over de douanegrens verscheept, moet het een due diligence-verklaring afgeven waaruit blijkt dat voor elk perceel landbouwgrond dat heeft bijgedragen aan de verzending, aan de regels is voldaan. Naast klimaatverandering en de hieraan verbonden slechte oogsten, zet dit dus extra druk op een al precaire landbouwgemeenschap. Het risico is dan dat boeren zullen overschakelen op andere gewassen, omdat koffie telen te ingewikkeld wordt en te weinig opbrengt om rond te komen. Wereldwijd ligt de gemiddelde leeftijd onder koffieboeren nu al tussen de vijftig en zestig jaar oud, aangezien er een grote uitstroom van jongeren is die de koffieplantage van hun ouders niet willen overnemen (zie ook onze vorige blogpost). De inwerkintreding van deze regulatie is een belangrijke stap naar een ontbossingsvrije toekomst. Daarom moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen: gerichte steun vanuit de EU voor producenten om aan deze vereisten te voldoen is dan ook essentieel.

De directieve richt zich voornamelijk op grote (+500 werknemers en €150 mio omzet/jaar) en middelgrote (+250 werknemers €40 mio omzet/jaar) bedrijven. Als kleine onderneming zijn we dus niet rechtstreeks verplicht om te voldoen aan de eisen van deze richtlijn, maar toch zullen ook wij onze activiteit hierop afstemmen.